OMGAAN MET DIVERSITEIT
1.3 WIJ en ZIJ
1.3.1 Vragen
1. Schrijf de personages op uit het verhaal dat we samen in de video gezien hebben. Welke personages zie jij als dicht bij jou? Welke relatie zouden ze met jou kunnen hebben?
2. Naast mensen die dicht bij ons staan, zijn er andere mensen rondom ons die anders zijn dan ons en waar we bang van zijn. Soms behandelen we hen niet al te vriendelijk. Kan je enkele voorbeelden geven?
1.3.2 Rondom ons
                                        
De meeste mensen verstaan onder ‘naasten’ gewoonlijk hun
                                        bloedverwanten, landgenoten en geloofsgenoten, lokale mensen en
                                        vrienden. Het zijn mensen met wie we dezelfde gevoelens, dezelfde ideeën,
                                        dezelfde opvattingen delen en in het algemeen ons dagelijks leven. Omdat
                                        we een gemeenschappelijke taal hebben, een gemeenschappelijke religie,
                                        een gemeenschappelijk (vader)land, hebben we het gevoel dat ze op ons
                                        lijken. We communiceren gemakkelijk met hen en beschouwen we hen niet
                                        als een bedreiging. We zijn voor hen niet bang.
                                    
In tegenstelling hiermee we beschouwen elke persoon die anders is dan wij als ‘de andere’. Het is mogelijk een buitenlander, die onze taal niet spreekt, die niet dezelfde religie, hetzelfde (vader)land en dezelfde cultuur heeft als wij. “Anderen” verschillen van ons in hun ideeën en meningen. Daarom is communiceren met hen moeilijk en vereist het veel inspanning. Vaak hebben we het gevoel dat ze een bedreiging voor ons vormen en we beschouwen ze met argwaan. Zo bewaren we een afstand en zijn we niet in staat om eenheid en harmonieus samenleven met hen op te bouwen.
1.4 Uit het Nieuwe Testamentv
In het Nieuwe Testament geeft Christus ons criteria en een beeld van hoe we kunnen samenleven met alle mensen ongeacht onze verschillen. Hij laat ons zien hoe de liefde voor iedere mens – zelfs de liefde voor de vijand – vrees en onzekerheid kan overwinnen.
1.4.1 De Gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan (Lucas10:25-37)
                                    De Barmhartige Samaritaan
                                    25 Daar trad een wetgeleerde naar voren om Hem op de proef te stellen. Hij
                                    zei: ‘Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ 26Hij
                                    sprak tot hem: ‘Wat staat er geschreven in de Wet? Wat leest ge daar?’
                                    27Hij gaf ten antwoord: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw
                                    hart en geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw
                                    naaste gelijk uzelf.’ 28Jezus zei: ‘Uw antwoord is juist, doe dat en ge zult
                                    leven.’ 29Maar omdat hij zijn vraag wilde verantwoorden, sprak hij tot Jezus:
                                    ‘En wie is dan mijn naaste?’ 30Nu nam Jezus weer het woord en zei: ‘Eens
                                    viel iemand, die op weg was van Jeruzalem naar Jericho, in de handen van
                                    rovers. Ze plunderden en mishandelden hem en toen ze aftrokken, lieten ze
                                    hem halfdood liggen. 31Bij toeval kwam er juist een priester langs die weg;
                                    hij zag hem wel, maar liep in een boog om hem heen. 32Zo deed ook een
                                    leviet; hij kwam daarlangs, zag hem, maar liep in een boog om hem heen.
                                    33Toen kwam een Samaritaan die op reis was, bij hem; hij zag hem en kreeg
                                    medelijden;34hij trad op hem toe, goot
                                    olie en wijn op zijn wonden
                                    en verbond ze; daarna tilde
                                    hij hem op zijn eigen rijdier,
                                    bracht hem naar een herberg
                                    en zorgde voor hem. 35De
                                    volgende morgen haalde hij
                                    twee denariën tevoorschijn,
                                    gaf ze aan de waard en zei:
                                    Zorg goed voor hem, en wat
                                    ge meer mocht besteden,
                                    zal ik u bij mijn terugkomst
                                    vergoeden. 36Wie van
                                    deze drie lijkt u de naaste
                                    van de man die in handen
                                    van de rovers gevallen is?’
                                    37Hij antwoordde: ‘Die hem
                                    barmhartigheid betoond
                                    heeft.’ En Jezus sprak: ‘Ga
                                    dan en doet gij evenzo.’
                                
                                1.4.2 Achtergrondinfo over de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
                                    Gelijkenis: Jezus onderwees gewoonlijk met gelijkenissen of parabels.
                                    Ongeveer een derde van zijn leer bestaat uit zulke gelijkenissen. Dit
                                    zijn korte verhalen die Hij zelf heeft gemaakt met een onderwerp uit het
                                    dagelijkse leven van de Israëlieten. Zo kon Hij op een levendige manier de
                                    waarheden van het Koninkrijk van God onthullen door een vergelijking te
                                    maken. Jezus onderwees in gelijkenissen omdat dit de gebruikelijke manier
                                    van onderwijzen was onder de rabbijnen. Het is een illustratieve manier
                                    van onderwijzen die iedereen kan begrijpen. De gelijkenissen nodigen de
                                    luisteraar uit om zichzelf ergens in de plot van het verhaal te herkennen,
                                    wakker te worden, na te denken en een persoonlijk standpunt in te nemen.
                                    Jezus’ gelijkenissen worden terecht omschreven als een “geïllustreerd
                                    Evangelie”.
                                    Naaste: In de tijd van Christus beschouwden de Israëlieten ouders, broers,
                                    familieleden, vrienden, buren, geloofsgenoten en landgenoten als “naasten”.
                                    Het zijn mensen die dicht bij hen stonden. Aan de andere kant werden
                                    de vijanden van hun vaderland, vooral de Romeinen, buitenlanders, de
                                    aanhangers van verschillende religies en in het bijzonder de Samaritanen,
                                    als “anderen” gezien.
                                    Priesters: dit waren de nakomelingen van Aäron, de broer van Mozes.
                                    Priesters dienden tijdens de dagelijkse ceremonies in de Tempel van Salomo
                                    in Jeruzalem. Hun belangrijkste taak was het brengen van offers en gebeden
                                    om de gelovigen te bevrijden van hun zonden en van boze machten. In de tijd
                                    van Jezus waren de priesters naar schatting met een paar duizend. Alleen al
                                    in Jeruzalem waren er meer dan 1000 priesters en 250 levieten.
                                    Levieten: Dit waren de nakomelingen van Levi en assistenten van de
                                    priesters. Het was hun taak om de tempel van Salomo netjes en schoon te
                                    houden. Zowel de priesters als de levieten kenden de goddelijke geboden
                                    heel goed en zouden verplicht zijn geweest om voor de gewonde Jood te
                                    zorgen, die in ieder geval hun landgenoot was.
                                    Samaritanen: leden van een etnisch-religieuze groep bestaande uit
                                    Israëlieten die een huwelijk hadden gesloten met Babyloniërs, Syriërs enz.
                                    Hun religie had dezelfde wortels als het jodendom, maar week ook af van
                                    de joodse traditie. Daarom beschouwden de Israëlieten hen als afgescheurd
                                    van hun geloof en niet meer als landgenoten. Hun religieuze centrum was
                                    de tempel op de berg Gerizim, die zich boven de stad Sichem bevond. In
                                    de tijd van Christus was de kloof tussen hen en de Israëlieten enorm; de
                                    twee groepen haatten elkaar diep en daarom vermeden de Israëlieten elke
                                    communicatie met hen.
                                    Denarie: (< Latijnse ‘Denarius’ meervoud ‘Denarii’): Een zilveren munt van
                                    het Romeinse Rijk, circulerend in de tijd van Christus. Aan de ene kant stond
                                    de afbeelding van keizer Tiberius en aan de andere kant de afbeelding van
                                    zijn moeder Livia. De twee denariën die de Samaritaan aan de herbergier
                                    gaf, waren gelijk aan twee daglonen van een ongeschoolde arbeider.
                                
1.4.3 Historische kaart van het land van Jezus.
                            1.4.4 Oefeningen
De volgende kunstwerken stellen gebeurtenissen in het verhaal van de barmhartige Samaritaan voor. Bekijk de werken en probeer ze juist te combineren in het verhaal. Kan je de personages uit het verhaal herkennen?
                                    Rembrandt, de Barmhartige Samaritaan
                                    Paula Modersohn-Becker, de Barmhartige Samaritaan
                                    Vincent Van Gogh, de Barmhartige Samaritaan
1.4.5 Een diepere verwerking van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
Bij een diepere verwerking van de gelijkenis onderzoeken we wat liefde betekent voor de Samaritaan. We onderzoeken overeenkomsten tussen de personages in de gelijkenis en in de video. Tenslotte gaan we naar de diepe kern van de parabel en onderzoeken we de kernvragen hier.
Oefening 1
                                    In de Bijbelse tekst vinden we de volgende woorden die de houding van de
                                    Samaritaan naar de gewonde Jood verduidelijken:
                                    kwam – zag – kreeg medelijden - trad op hem toe – verbond de wonden
                                    – goot –tilde hem – bracht hem– verzorgde hem – gaf ze – terugkomen –
                                    vergoeden
                                    Gebruik zo veel mogelijk van deze woorden om te beschrijven wat
                                    naastenliefde betekent voor de Samaritaan.
                                
Oefening 2
Plaats de personages uit de gelijkenis en uit het videoverhaal in een vakje dat volgens jou overeenkomt met hun mening of gedrag.
Persoon in nood
Iemand die als ‘naaste’ wordt gezien.
Iemand die als ‘andere’ wordt gezien, als vreemdeling of vijand.
Gelijkenis van de barmhartige Samaritaan
de Jood
landgenoten, geloofsgenot
mensen van een ander land of uit een andere streek, de Samaritanen
Het videoverhaal
grootvader
verwanten, landgenoten, geloofsgenoten
mensen uit een ander land of uit een andere streek, met een verschillende godsdienst, immigranten, allochtonen, vluchtelingen.
Oefening 3
Jezus Christus beantwoordt met de gelijkenis de oorspronkelijke vraag ‘wie is mijn naaste?’. Maar zijn uiteindelijke antwoord is een open vraag die hij teruggeeft aan zijn luisteraar ‘ wie van deze mensen is het verhaal gedraagt zich als een naaste?’ Wat wil Jezus hiermee bereiken? Wat wil Hij dat we begrijpen in onze relaties met de andere mensen?
1.5 Speurtocht naar de diepere betekenis van de tekst.
                                    Tot nog toe hebben we begrepen dat ….
                                    … ik niet zomaar een voorgeprogrammeerde ‘naaste’ ben, maar dat ik een
                                    ‘naaste’ wordt door liefde en solidariteit, door verantwoordelijkheid voor
                                    de andere op mij te nemen …
                                
                                    Om het concept van de “vreemdeling” te onderzoeken, moeten we eerst en vooral
                                    begrijpen dat het Evangelie een schandaal is. Ik herinner u eraan dat, op een bepaald
                                    punt, waar Christus de definitie van “naaste” [...] gaf, hij als de “naaste” de meest ver
                                    verwijderde persoon bedoelde - een persoon van een ander ras en een andere religie -
                                    [...] Dit wil zeggen dat het Evangelie om de “naaste” en de “vreemdeling” te omschrijven,
                                    net niet deelt de opvatting van de antieke samenleving. Deze laatste bepaalde de ‘naaste’
                                    als iemand met gemeenschappelijk bloed [afkomst], met een gemeenschappelijke taal
                                    en een gemeenschappelijke religie [...] Deze kenmerken zijn bouwstenen van een natie
                                    of een ras. Maar ze zijn niet de criteria van de kerk. Bovendien wanneer we nauwkeurig
                                    naar de tekst van het Evangelie kijken, zien we - en ik val in herhaling - dat Christus
                                    niet zegt wie de naaste en de vijand “is”, maar wie de naaste en de vijand “wordt”.
                                    Beiden “worden”, niet door hun afkomst, maar door hun daden: door solidariteit of net
                                    omgekeerd, door het ontkennen van liefde.
                                    Uit Th. N. Papathanassiou, The Rupture with Zero. Shots of political theology,
                                    Athens: Armos, 2015, pp. 152 -153
                                
... en dat (naaste)liefde geen grenzen kent.
                                    Jezus’ vraag keert radicaal de vraag van de advocaat - “wie is mijn naaste?” - om. Terwijl
                                    de laatste verwijst naar het object van liefde - d.w.z. wie moet worden beschouwd als
                                    een naaste - spreekt Jezus over het onderwerp van liefde - d.w.z. wie gedraagt zich
                                    als een naaste. De advocaat stelt de vraag vanuit zijn tijd, vanuit een bezorgdheid
                                    over de reikwijdte van het concept van de naaste. Hij vraagt dus naar grenzen van de
                                    liefde. Jezus toont door zijn gelijkenis dat er geen grenzen zijn aan het concept van de
                                    naaste. Er staat geen beperking op het gebod om lief te hebben. Als ieder mens zich een
                                    onderwerp van liefde voelt, dan kan hij geen grenzen stellen aan deze liefde. Zijn liefde
                                    strekt zich uit tot iedereen, omdat de grenzen van de naaste grenzeloos zijn. Wie alleen
                                    zijn vrienden liefheeft, zijn medegelovigen, de zijnen in het algemeen, gedraagt zich als
                                    een mens. Maar wie niet door zulke afbakening wordt beperkt, gedraagt zich goddelijk.
                                    Hij volgt het model van de God van liefde zoals geopenbaard is in de persoon van Jezus,
                                    die de gelijkenis vertelt.
                                    Uit Ioannis D. Karavidopoulos. Biblical Studies,
                                    Thessaloniki: Pournaras, 1995, p. 335
                                
1.6 De ander ontmoeten in de Orthodox Christelijke Traditie
                                    Dezelfde richtlijnen die Christus ons gegeven heeft en die onze houding ten
                                    opzichte van onze naaste en “de ander” bepalen, vinden we in teksten van de
                                    orthodox-christelijke traditie. Deze richtlijnen geven vorm aan een radicaal
                                    nieuwe manier van leven met de ‘ander’.
                                    In de volgende teksten verwoorden deze criteria uit de orthodox-christelijke
                                    traditie duidelijk Dit zijn:
                                
                                    a) De menselijke natuur en de menselijke noden zijn dezelfde voor ieder
                                    daarom is er geen plaats voor discriminatie.
                                    b) Liefde voor God vooronderstelt liefde voor iedere mens.
                                    Oefening 1: begrijpend lezen
                                
Onderscheid in de volgende tekst zinnen die overeenkomen met de bovenstaande criteria. Duid ze aan door ze te onderlijnen of te markeren.
Teksten
                                    Als iemand die moeite heeft om in zijn leven te voorzien bij u aanklopt, weeg de dingen
                                    dan niet op een ongelijke manier. Met andere woorden, zeg niet: “Hij is een vriend, hij is
                                    van hetzelfde ras, hij heeft mij in het verleden geholpen, terwijl de ander een vreemdeling
                                    is, een buitenlander, een persoon die ik niet ken.” Als u ongelijk oordeelt, zult u ook geen
                                    genade ontvangen [...] De menselijke natuur is dezelfde; zowel buurman als vreemdeling
                                    zijn mens; de noden zijn dezelfde voor beide, en dat geldt ook voor de armoede. Help
                                    zowel je broer als de vreemdeling. Keer uw broer niet de rug toe, en maak van de
                                    vreemdeling ook een broer. God wil dat je de behoeftigen steunt en geen onderscheid
                                    maakt tussen de mensen. Hij wil niet dat je aan iemand van je familie geeft en de
                                    vreemdeling verwaarloost; alle mensen behoren tot dezelfde familie, ze zijn allemaal
                                    broeders, ze zijn allemaal kinderen van één vader
                                    Uit een tekst van Basilius de Grote, de vierde toespraak over de liefdadigheid
                                
                                    Als we in ons hart een spoor van haat ontdekken tegen wie dan ook die een fout heeft
                                    begaan, zijn we volkomen vervreemd van de liefde voor God, aangezien de liefde voor
                                    God ons absoluut belet om iemand te haten. Wie Mij liefheeft, zegt de Heer, zal Mijn
                                    geboden onderhouden (Johannes 14:13, 23); en “dit is Mijn gebod, dat u elkaar liefhebt”
                                    (Johannes 13:12). Dus wie zijn naaste niet liefheeft, houdt zich niet aan het gebod en
                                    kan daarom de Heer niet liefhebben. Gezegend is hij die alle mensen gelijkelijk kan
                                    liefhebben. Wie God liefheeft, zal beslist ook zijn naaste liefhebben.
                                    Uit een tekst van Maximus de Belijder,
                                    vierhonderd hoofdstukken over de liefde 15 – 17, 23
                                
Oefening 2:
                                    Volgens de woorden van Gregorius Nazianze die we in de video hoorden,
                                    “hebben alle mensen een goddelijk zegel en in de liefde van Christus worden
                                    we allemaal één. Ook behoort alle discriminatie toe aan de oude wereld,
                                    degene die wij als christenen achter ons laten. “
                                    Antwoord individueel of werk in kleine groepen: Wat zou jij in je leven
                                    veranderen om de “oude wereld” , zoals Gregorius Nazianze het zegt, achter
                                    je te laten?
                                
Oefening 3: creatief schrijven
Stel je voor dat de grootvader uit het videoverhaal een bericht stuurt op sociale media aan zijn kleinzoon. Hij is aan het herstellen is in het ziekenhuis. Hij wil met zijn bericht de mensen bedanken die zijn leven hebben gered. Wat denk je dat hij in zijn bericht zou schrijven?
                            1.8 Aanvullende opdrachten: materiaal om het thema dieper te bespreken
                                Mijn grootmoeder Rousa
                                    We hadden honger en wilden eten. Meteen, zonder uitstel. We stonden op en waren
                                    aan het feesten, we schreeuwden en lachten, toen plotseling mijn grootmoeder weer
                                    binnenkwam. We vielen plots stil. Bij de hand hield ze twee bange kinderen. Glimlachend
                                    en vriendelijk gebaarde ze ons te gaan zitten. De kinderen huilden en konden geen
                                    word uitbrengen. “Schuif eens wat dichterbij. “, zei ze. “Vanavond zijn er nog twee extra
                                    vrienden: Ahmet en Fatme. We gaan samen eten en verhalen vertellen. Ahmet en Fatme
                                    wonen in Gurculadika. Vandaag zijn ze naar Kozani gekomen. Ze hebben de hele dag
                                    niet gegeten.” Isaak en Klio, Griekse vluchtelingen uit Klein-Azië, afstammelingen van
                                    de Ioniërs. Fatme en Ahmet uit Portorazi, kinderen van de antichrist. En de rest van
                                    ons, lokaal uit Kozani. Allemaal aan dezelfde tafel. We waren stomverbaasd. Onze ogen
                                    stonden wijd open. De vluchtelingen, de Turken en wij, we beefden allemaal. We gingen
                                    zitten, niet zozeer omdat onze grootmoeder dat zei, maar vooral omdat onze knieën
                                    het begaven van het beven. En ondanks onze honger kregen we geen hap binnen. Het
                                    was haar gelukt om ons aan dezelfde tafel te laten zitten. De ontwortelden uit hun oude
                                    thuislanden, de vijanden van de natie die ons vierhonderd jaar lang had onderdrukt, en
                                    wij, de slaven van gisteren en de meesters van vandaag.
                                    Uit M. Papakonstantinou, My grandmother Rousa, Athens: Estia, 1997, pp.38-39
                                
Interview met de Oecumenische Patriarch Bartholomeos
                                    Vraag: Op welke basis kunnen we elkaar beschouwen als broeders en waarom is het
                                    belangrijk om onszelf zo te zien voor het welzijn van de mensheid?
                                    Antwoord: De christenen van de allereerste kerk noemden elkaar “broeders”. Dit
                                    spiritueel en Christelijk broederschap is dieper dan biologische verwantschap. Voor
                                    Christenen zijn broeders echter niet alleen de leden van de kerk, maar alle mensen.
                                    Het Woord van God heeft het mens-zijn aangenomen en dat verenigt alles. Omdat alle
                                    mensen door God zijn geschapen, zijn ze allemaal opgenomen in het heilsplan. De liefde
                                    van de gelovige kent geen grenzen en barrières. In feite omvat het de hele schepping.
                                    Het is “de vlam van het hart voor de hele schepping” (Isaac de Syriër). Broederliefde is
                                    altijd onvergelijkbaar. Het is geen abstract gevoel van sympathie voor de mensheid, dat
                                    meestal de naaste negeert. De dimensie van persoonlijke gemeenschap (communie) en
                                    broederschap onderscheidt christelijke liefde van abstract humanisme
                                    Uit de Oecumenische Patriarch Bartholomeos, “Abandon indifference and cynicism”,
                                    een interview met commentaar op de pauselijke encycliek Fratelli tutti, 23.10.2020)
                                
woordenlijst
Verduidelijking van theologische terminologie en informatie over de historische personen en plaatsen in het boek.
                                            Klein-Azië:
                                            
                                            het schiereiland Anatolië in het huidige Turkije. Het was een kruispunt van culturen en een
                                            ontmoetingspunt van migrerende stammen en volkeren die van Oost naar West trokken en omgekeerd. Het
                                            Hellenisme bloeide daar van ongeveer 1200 v Chr. tot 1922 met de verdrijving van Griekse christenen
                                        
                                            Basil de Grote:
                                            
                                            een van de grote Vaders van de Christelijke kerk en een van de drie hiërarchen. Hij werd
                                            geboren in 330 in Caesarea, Cappadocië in Klein-Azië. Hij studeerde retoriek, filosofie, astronomie, meetkunde,
                                            geneeskunde en natuurkunde in Athene. Hij leefde vijf jaar als asceet in de woestijn van de Pontus, totdat hij
                                            bisschop van Caesarea werd. Als bisschop richtte hij een aantal instellingen op voor de zorg voor armen en
                                            zieken. Gedurende zijn korte leven heeft hij gestreden voor de eenheid van de Christelijke kerk. Zijn werken
                                            zijn onderverdeeld in dogmatische, anti-ketterse, ascetische, praktische preken en brieven. Hij stierf op
                                            1 januari 379 op 49-jarige leeftijd en werd met grote eer begraven. Zijn nagedachtenis wordt op 1 januari
                                            gevierd door de Orthodoxe Kerk en op 2 januari door Katholieken.
                                        
                                            Bloedbroeder:
                                            
                                            iemand die een broeder-vriend wordt door een ritueel van verbroedering. Op deze manier
                                            worden individuen of groepen personen die geen bloedverwantschap hebben, ritueel verenigd in familie
                                            verbanden en beloven ze wederzijdse liefde en bescherming. Dit gebruik was tamelijk wijdverbreid in het
                                            oostelijke Middellandse Zeegebied.
                                        
                                            Diabetes:
                                            
                                            een chronische ziekte die wordt gekenmerkt door een constant hoge bloedsuikerspiegel
                                        
                                            Oecumenisch patriarch:
                                            
                                            In de orthodoxe kerk wordt de patriarch van Constantinopel de oecumenisch
                                            patriarch genoemd. De titel Oecumenisch (“Universalis”) werd vroeger ook toegeschreven aan de paus
                                            van Rome, maar werd al snel de exclusieve titel van de aartsbisschop en patriarch van Constantinopel, de
                                            hoofdstad van de Oost-Romeinse staat (Byzantijnse rijk). De oecumenische patriarch is de eerste onder
                                            gelijken (“primus inter pares”) van alle bisschoppen van de orthodoxe kerk en zit de bisschoppensynode
                                            voor.
                                        
                                            Gregorius Nazianze:
                                            
                                            ook wel bekend als Gregorius de Theoloog. Hij wordt beschouwd als een belangrijk
                                            persoon van de kerk en een van de drie hiërarchen. Hij werd in 329 geboren in Arianzus, nabij Nazianzus
                                            in Cappadocië. Hij werd tot bisschop gewijd en tot oecumenisch patriarch uitgeroepen. Zijn rijke literaire
                                            werk is onderverdeeld in preken, brieven en gedichten. Hij stierf op 25 januari 390, op 61-jarige leeftijd. Zijn
                                            nagedachtenis in Oost en West wordt gevierd op 25 januari.
                                        
                                            Herberg:
                                            
                                            Een soort hotel in vroegere tijden; een plaats die tegen betaling accommodatie en voedsel aanbood
                                            voor reizigers en hun dieren.
                                        
                                            Ioniërs:
                                            
                                            De Ioniërs waren een van de vier oude Griekse stammen en vestigden zich voornamelijk in Attica, de
                                            Egeïsche eilanden en Klein-Azië, in de regio genaamd Ionië. Volgens de mythologie waren de Ioniërs en de
                                            rest van de Griekse stammen afstammelingen van Deucalion en Pyrra wiens zoon, Hellen, beschouwd werd
                                            als de stamvader van de Griekse (Helleense) stammen. Van de naam Ionia noemden de Turken de Grieken
                                            “Yunan” en Griekenland “Yunanistan”, aangezien de Ioniërs de eerste stam waren die ze ontmoetten toen ze
                                            naar het gebied kwamen.
                                        
                                            Jericho:
                                            
                                            een stad in Judea, 27 km ten noordoosten van Jeruzalem. De weg van Jericho naar Jeruzalem
                                            liep op veel plaatsen door woestijn met verschillende afgronden en steile kliffen. Rovers zochten vaak hun
                                            toevlucht op zulke plaatsen en gebruikten ze als hun bolwerken. Pelgrims die van Galilea naar Jeruzalem
                                            reisden om Pesach te vieren, maakten vaak een laatste stop in Jericho.
                                        
                                            Kozani:
                                            
                                            werd geboren in Constantinopel in 580 en ontving een opmerkelijke filosofische en
                                            theologische opleiding. Hij was een hooggeplaatste regeringsleider en werd later monnik. Als monnik was hij
                                            een centrale figuur in het verzet tegen de ketterijen van zijn tijd. Hij werd verbannen en gemarteld vanwege
                                            zijn opvattingen, maar toch belijdde hij (bleef hij trouw aan) de orthodoxie. Hij stierf in 662. De kerk herdenkt
                                            hem op 21 januari
                                        
                                            Maximus de Belijder:
                                            
                                            The term literally means the last expression of a person’s will, but in the Bible it is used to describe a
                                            Hebrew word meaning “treaty”, “alliance” or “agreement”. However, in addition to the meaning it can have
                                            for human relationships, the term is used specifically to denote the particular agreement that governs
                                            God’s relationship (Gen. 9:8; Ex. 15:18; 17:1) with the people of Israel (Ex. 19-24) and aims to create the
                                            conditions for the salvation of all mankind. The responsibility for initiating the agreement lies with God, who
                                            determines its content and terms. But this does not abolish the freedom of man, who is free to accept or
                                            reject the agreement, which provides for rights and obligations for both God (faithfulness to promises, love
                                            and protection for his people) and man (faith in the One and Only God, and social justice). Thus the covenant
                                            does not define a God-master and man-slave relationship, but a father-son relationship (Ex. 4:22).
                                        
                                            Olijfolie:
                                            
                                            dit bekende product van het persen van olijven was het hoofdvoedsel van de volkeren van de
                                            oostelijke Middellandse Zee. Tegelijkertijd vergemakkelijkt het, dankzij de heilzame ingrediënten, een
                                            snellere genezing van wonden, waardoor ze zacht en vochtig blijven en pijn wordt voorkomen. Hippocrates,
                                            de Griekse arts uit de 4e eeuw v. Chr., beveelt in zijn werk “over zweren” aan “gaas in tweeën gevouwen en
                                            bevochtigd met wijn, met daaroverheen schone wol gedrenkt in olijfolie” voor de behandeling van wonden.
                                        
                                            Wijn:
                                            
                                            een product dat in de tijd van Christus dagelijks werd gebruikt door de volkeren van de Middellandse
                                            Zee en het Midden-Oosten. Naast consumptie om van te genieten, werd het vanwege zijn alcoholgehalte
                                            ook gebruikt voor sterilisatie en zuivering.
                                        
Bibliografie
                                    In deze lijst zijn ook de referenties opgenomen die gebruikt werden bij de voorbereiding van dit
                                    project. Referenties naar kunst en muziek zijn een meerwaarde die de leerlingen kunnen stimuleren
                                    tot een actieve lesdeelname.
                                     Books
                                    The Holy Bible, Old and New Testament, translated from the original texts, Athens: Hellenic
                                    Bible Society, 1997 [Η Αγία Γραφή, Παλαιά και Καινή Διαθήκη, Μετάφραση από τα πρωτότυπα
                                    κείμενα, Αθήνα: Ελληνική Βιβλική Εταιρία, 1997]
                                    S. Agourides, History of the religion of Israel, Athens: Ellinika Grammata, 1995 [Σ. Αγουρίδης,
                                    Ιστορία της Θρησκείας του Ισραήλ, Αθήνα: Ελληνικά Γράμματα, 1995]
                                    Anastassios (Yiannoulatos) Archbishop of Tirana, Co-existance, Athens: Armos, 2016
                                    [Αρχιεπισκόπου Τιράνων Αναστασίου (Γιαννουλάτου), Συνύπαρξη, Αθήνα: Αρμός, 2016]
                                    J. Daniélou, Essai sur le mystère de l’histoire, Paris: Les Éditions du Cerf, 1982 [J. Daniélou,
                                    Δοκίμιο για το Μυστήριο της Ιστορίας, μτφρ. Ξ. Κομνηνός, Βόλος: Εκδοτική Δημητριάδος,
                                    2014]
                                    R. Debray, God. An itinerary (trns J. Mehlman), London & New York: Verso, 2004 [Ρ. Ντεμπρέ, Ο
                                    Θεός: Μια ιστορική διαδρομή, μτφρ. Μ. Παραδέλη, Αθήνα: Κέδρος, 2005]
                                    Ar. Emmanouil, Dictionary of Hebrew terms and names, Athens: Gavrielides, 2016 [Άρ. Εμμανουήλ,
                                    Γλωσσάρι Εβραϊκών όρων και ονομάτων, Αθήνα: Γαβριηλίδης, 2016]
                                    R. Girard, La violence et le sacré, Editions Grasset, 1972 [Ρ. Ζιράρ, Βία και θρησκεία: Αιτία ή
                                    αποτέλεσμα; μτφρ. Α. Καλατζής, Εκδ. Νήσος, Αθήνα, 2017]
                                    Ol. Grizopoulou – P. Kazlari, Old Testament, The prehistory of Christianity, Class A Religious
                                    Education (Teacher’s book), Athens: The Greek Organization for Publication of School Books
                                    (Ο.Ε.D.V.), not dated. [Ολ. Γριζοπούλου - Π. Καζλάρη, Παλαιά Διαθήκη, Η προϊστορία του
                                    Χριστιανισμού, Θρησκευτικά Α’ Γυμνασίου, Βιβλίο Εκπαιδευτικού, Αθήνα: Ο.Ε.Δ.Β., χ.χ.]
                                    A. Kokkos et al., Education through the Arts, Athens: Metechmio, 2011 [Α. Κόκκος κ.ά.,
                                    Εκπαίδευση μέσα από τις Τέχνες, Αθήνα: Μεταίχμιο, 2011]
                                    M. Konstantinou, The Old Testament, Deciphering the universal human heritage, Athens:
                                    Armos, 2008. [Μ. Κωνσταντίνου, Παλαιά Διαθήκη, Αποκρυπτογραφώντας την πανανθρώπινη
                                    κληρονομιά, Αθήνα: Αρμός, 2008]
                                    Th. N. Papathanassiou, “Anthropology, Culture, Praxis” in S. Fotiou (ed.), Terrorism and Culture,
                                    Athens: Armos, 2013 [Θ. Ν. Παπαθανασίου, «Ανθρωπολογία, πολιτισμός, πράξη», στο Σ. Φωτίου
                                    (επ.), Τρομοκρατία και Πολιτισμός, Αθήνα: Αρμός, 2013]
                                    Th. N. Papathanassiou (ed.), Violence, religions and culture, Synaxis 98 (2006) [Θ. Ν.
                                    Παπαθανασίου (επ.), Η βία, οι θρησκείες και η πολιτισμικότητα, Σύναξη 98 (2006)]
                                    W. Zimmerli, Grundriss der alttestamentlichen Theologie, Dritte, neu durchgesehene Auflage,
                                    W. Kohlhammer, 1978 [W. Zimmerli, Επίτομη Θεολογία της Π. Διαθήκης, μτφρ. Β. Στογιάννου,
                                    Αθήνα: Άρτος Ζωής, 1981]
                                    L. Zoja, La morte del prossimo, Torino: G. Einaudi, 2009 (Greek translation Μ. Meletiades, Athens:
                                    Itamos, 2011) [L. Zoja, Ο θάνατος του πλησίον, μτφρ. Μ. Μελετιάδης, Αθήνα: Ίταμος, 2011]
                                    Dictionary of Modern Greek Language (https://bit.ly/305zcoE)
                                     Kunst en kortfilms 
                                    Moses and the Hebrews crossing the Red Sea, pursued by Pharoah: Dura-Europos synagogue,
                                    303 B.C., https://www.flickr.com/photos/24364447@N05/16425564146
                                    Mark Chagall, The Crossing of the Red Sea, https://richardmcbee.com/writings/contemporaryjewish-
                                    art/item/chagall-and-the-cross
                                    Ivanka Demchuk, Crossing the Red Sea, https://www.etsy.com/listing/563765092/crossing-thered-
                                    sea-original-print-on?ref=landingpage_similar_listing_top-2&pro=1&frs=1
                                    Bartolo di Fredi, The Crossing of the Red Sea, Collegiate Church of San Gemignano, Italy, Fresco,
                                    1356, https://www.christianiconography.info/Wikimedia%20Commons/redSeaBartolo.html
                                    E. Marnay, E. Gold & P. Boone, «Exodus», (song), sung by Edith Piaf, https://safeyoutube.net/
                                    w/45HE
                                    James Pinkerton, Crossing the Red Sea, 2019, https://fineartamerica.com/featured/crossing-thered-
                                    sea-james-pinkerton.html
                                    Raphael Posterazzi, Moses Crossing The Red Sea (1483-1520), St. Peter’s Basilica, Vatican City,
                                    https://remnantculture.com/wp-content/uploads/pillaroffire.jpg
                                    Maria Yannakaki, Passage [Μαρία Γιαννακάκη, Πέρασμα] 2016, https://www.lifo.gr/guide/
                                    arts/3614