2.3 Wat moet ik weten om dit Bijbelverhaal te bestuderen.
2.3.1 Historische en sociale contexT
Terwijl de leerlingen aandachtig luisteren, volgen ze mee op de kaart (zie 3.3) en in het schema waarin de belangrijkste personen, gebeurtenissen en data staan opgesomd.
                                        
Het verhaal van de doortocht van de Rode Zee vinden we in het  boek
                                        Exodus* * in het Oude Testament*. In dit boek staan gebeurtenissen die
                                        plaatsvonden in de 13de eeuw voor Christus. Het boek laat Gods ingrijpen
                                        in de geschiedenis zien waarbij Hij de Israëlieten van de Egyptenaren heeft
                                        bevrijd en Hij het volk Israël naar Kanaän* leidt. De Israëlieten leefden
                                        van 1600 tot 1200 voor Christus in Egypte, ongeveer een 400 jaar. Toen
                                        Ramses II de Farao van Egypte werd (1290-1224 voor Christus), nam hij
                                        strikte maatregelen tegen de Israëlieten. Hij deed dit uit vrees dat dit volk
                                        een alliantie zou vormen met andere volkeren uit de woestijn en tegen hem
                                        in opstand zou komen. Een van de maatregelen was het doden van alle
                                        mannelijke Joodse kinderen om zo hun aantal in te perken
                                          Mozes* werd
                                        in deze periode geboren en werd op wonderbaarlijke wijze gered van de
                                        dood. Hij werd door God uitgekozen om de Israëlieten te bevrijden en hen
                                        naar het land van Kanaän* te brengen. 
                                    
                                        
De Israëlieten volgden op hun reis naar het Beloofde Land, Kanaän niet
                                        de kortere route langs de zee. Maar om de Egyptische grenswachters
                                        te ontwijken, liepen ze naar het zuiden naar de Rode Zee. Merneptah was
                                        intussen farao geworden (1224-1204 voor Christus) na Ramses II. Merneptah
                                        vervolgde de Israëlieten met een leger tot aan de zee, maar hij kon hen niet
                                        tegenhouden omdat God het water liet splitsen en een doorgang door de
                                        zee voorzag. Het volk van Israël trok door het droge pad door de zee, zo
                                        kwam het in de woestijn terecht en werd het gered. Ter herinnering van deze
                                        belangrijke gebeurtenis vieren de Israëlieten (Joden) zelfs vandaag nog
                                        het  ‘Pesach’ (= de doortocht) omdat de doortocht door de Rode Zee de
                                        overgang was van de slavernij in Egypte naar de vrijheid.
                                        
                                    
                                        
Op hun tocht door de woestijn sluit God een verdrag met Zijn volk. We
                                        noemen dit verdrag ook een Testament *. Met het verdrag belooft God
                                        dat Hij voor het volk zal zorgen, hen verdedigen, ondersteunen, sterken en
                                        leiden. Het volk belooft met Hem in relatie te treden, te vertrouwen, Hem te
                                        erkennen als Enige en Almachtige. 
                                    
Persoon
Gebeurtenis
Datum
Ramses II
Egyptische farao die strenge maatregelen nam tegen de Israëlieten uit vrees dat ze een alliantie zouden vormen met andere woestijnvolkeren en tegen Egypte in opstand zouden komen.
1290–1224 voor Christus
Moses
Leider van de Israëlieten die hen naar de bevrijding van de Egyptenaren leidde.
1393–1273 voor Christus
Merneptah
Egyptische farao - zoon en opvolger van Ramses II – die de Israëlieten met zijn leger tot aan de zee achtervolgde maar die hen niet kon tegenhouden te ontsnappen.
1224–1204 voor Christus