GEWELDDADIGE TEKSTEN
2.1 Introductie
                                Het beeldfragment toont David en Sarah die een spel aan het spelen zijn. Ze beginnen net aan een nieuw hoofdstuk. Dit hoofdstuk van het spel iChrist gaat over Jezus die naar de tempel gaat en daar verkopers en geldwisselaars ziet. De spelers moeten met een zweep het tempelplein leegmaken. Na afloop van dit hoofdstuk bespreken David en Sarah dit level. David geeft aan dat hij dit een gewelddadig hoofdstuk vindt en het helemaal niet fijn vindt. Vervolgens verschijnt er een melding dat Ahmed lid wil worden van de groep van David en Sarah voor dit spel. Sarah zegt dat Ahmed niet welkom is in de groep, omdat hij een Moslim is en die net als dat de verkopers niet op het tempelplein hoorde geen Christelijk spel hoort te spelen. Samen met de vader van Sarah gaan de twee tieners op zoek naar wat dit verhaal echt kan betekenen.
2.2 Jezus en de reiniging van het tempelplein
De Bijbel is een belangrijk boek voor christenen. Het is geen boek met één verhaal, zoals Narnia dat is. Ook is het geen boek vol gedichten, zoals de werken van Shakespeare dat zijn. Daarnaast is het geen boek dat alleen maar feitjes bevat. Nee, het is een boek dat bestaat uit veel verschillende soorten teksten: verhalen over Jezus, brieven van Paulus vol met instructies, poëtische teksten in de Psalmen en de voor ons soms rare teksten als Openbaringen. Door deze variatie roepen Bijbelteksten ook veel vragen op over wat ze met vandaag de dag te maken hebben.
Deze les gaat over een verhaal van Jezus dat nog steeds veel vragen oproept over hoe te leven. Dit verhaal staat in het Evangelie van Johannes (2:13-17). Het vertelt hoe Jezus met zijn leerlingen naar de Tempel in Jeruzalem gaat. Op het tempelplein ziet hij verkopers en geldwisselaars aan het werk. Hij jaagt ze met een zweep weg van het tempelplein. Vervolgens gaat hij in gesprek met de leiders van de Joden die op het tempelplein zijn.
Opdracht 1Lees hieronder het verhaal van Jezus op het tempelplein. Misschien ken je dit verhaal al. Schrijf dan hieronder op wat jij denkt dat het betekent.
John 2:13–21.
Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’ Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen?’ Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ ‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’ Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam.
2.3 De wereld van de Bijbel
Jezus leefde 2000 jaar geleden in een tijd waarin het leven er heel anders uit zag dan het leven in deze tijd. Je kan je waarschijnlijk goed voorstellen dat zonder internet mensen anders met elkaar omgingen. Er zijn nog veel meer dingen die onze werelden totaal verschillend maken. We zouden ook kunnen zeggen dat ze helemaal niet op elkaar lijken. Weten hoe de leefwereld van Jezus er uit zag is belangrijk om een Bijbeltekst echt te begrijpen. Pas daarna kan duidelijk worden wat zo’n oude tekst voor ons vandaag nog kan betekenen. We noemen de wereld van de Bijbel de context . De opdrachten en teksten die nu volgen leren je meer over de wereld van Jezus.
Opdracht 2Probeer je voor te stellen dat er op school een tijdmachine staat. Jij hebt geluk en mag een keer naar de tijd van Jezus reizen. Wat zou je willen leren over de tijd waarin Jezus leefde?
2.3.1 Jeruzalem en de tempel
                                    Jezus werd ongeveer rond het begin van onze jaartelling geboren in  Bethlehem  en leefde in het ‘het gebied dat de Romeinen  ‘Palestina’  noemden
                                    (een regio in het Midden-Oosten). Een plek waar Jezus een aantal keer kwam
                                    in zijn leven was Jeruzalem.   Jeruzalem . 
                                    In het Oude testament staat beschreven dat David, de tweede koning van
                                    het volk Israël, Jeruzalem tot hoofdstad maakte. Jeruzalem is sindsdien
                                    een belangrijke plek in het religieus leven van de inwoners van het gebied
                                    gebleven. De zoon van David, Salomo, bouwde in Jeruzalem een  tempel  voor de God van Israël. Een tempel is een plek waar mensen goden aanbidden.
                                    Deze tempel was het middelpunt van het religieuze leven van het volk. 
                                    De Bijbelboeken Jeremia, Ezechiël en 2 Koningen beschrijven dat de tempel
                                    werd verwoest door de Babyloniërs. Dit gebeurde omdat het volk niet
                                    trouw was gebleven aan God en ook andere goden ging aanbidden. Deze
                                    gebeurtenis wordt gedateerd op 586 v.Chr. Het volk werd voor een deel in
                                     ballingschap .
                                    gevoerd. Ballingschap betekent dat een groot deel van het
                                    volk werd verplicht om op een andere plaats, ver weg van de plaats waar
                                    ze waren opgegroeid, te gaan wonen. Uiteindelijk eindigde de periode van
                                    Ballingschap toen de latere overheerser, de Perzen, de ballingen toestond
                                    terug te keren en een nieuwe tempel te bouwen. 
                                
                                
                                    De bouw van deze  tweede tempe   staat beschreven in de boeken Ezra en
                                    Nehemia. Deze tempel was minder groots en indrukwekkend dan de eerste
                                    tempel. Rond het jaar 19 v.Chr. werd door Herodes de Grote een grote
                                    verbouwing van de tempel gestart. Deze verbouwing moest de tempel weer
                                    in zijn oude glorie herstellen. De nieuwe tempel werd zo indrukwekkend
                                    dat zelfs de Romeinen het als een bijzonder bouwwerk beschouwden.
                                    De periode na de bouw van de tweede tempel wordt het “tweede tempel
                                    Jodendom” genoemd. Dit is de periode waarin Jezus in Jeruzalem en
                                    omstreken rondtrok.
                                    De tempel bestond uit verschillende pleinen en gebouwen. Zoals je kunt
                                    zien in figuur 2.3 was het hoofdgebouw van de tempel omgeven door een
                                    grote binnenplaats. Op dit plein, de Voorhof van de Heidenen, waren ook
                                    niet-joden welkom. In het belangrijkste tempelcomplex bevonden zich het
                                    Voorhof van de vrouwen en de Voorhof van de Priesters waar de toegang
                                    beperkt was tot respectievelijk Joden en Priesters. Op het Voorhof van de
                                    Priesters werden de dieren voor de offers geslacht en geofferd. Het Heilige
                                    was de plaats waar de priesters al hun tempelwerk deden
                                
                                
                                    Afbeelding 2.3
                                    Foto van een replica van
                                    de Tempel van Herodes
                                    in het Holyland Model of
                                    Jerusalem.
                                    Bron: Wikimedia
                                    Commons 
                                
                                Opdracht 3
Vul de juist term in op de lijntjes. Maak gebruik van de bovenstaande tekst om de goede antwoorden te vinden.
Een plek van aanbidding en offers
De tempel ten tijde van Jezus' leven
De tempel die werd gebouwd ten tijde van Ezra en Nehemia
Gedwongen in een ander land wonen, omdat je in je eigen land niet mag wonen.
Naam van het gebied waar Jezus opgroeide.
Hoofdstad van Palestina.
Rijk dat de tempel verwoestte in 586 v.Chr.
Het plein rondom de tempel waar niet-joden welkom waren
2.4 De wereld van het verhaal
De Bijbel bevat meerdere verhalen over Jezus. Sommige zijn eenvoudig en andere lastiger te begrijpen. Het verhaal van Jezus die het tempelplein reinigt is zo’n moeilijk verhaal om te begrijpen. Dit verhaal komt in alle vier de evangeliën voor. De les zoomt in op gaan naar het verhaal zoals Johannes het heeft beschreven.
                                    
 Wist je dat de evangeliën Marcus, Mattheüs en Lukas erg op elkaar
                                        lijken qua volgorde en inhoud. Zij worden om deze gelijkenis ook wel
                                        de synoptische evangeliën genoemd. Synoptisch komt van het Griekse
                                        ‘synopticus’ wat ‘samen gezien’ betekent. Het evangelie van Johannes ziet
                                        er heel anders uit en bevat verschillende verhalen die je in de andere drie
                                        evangeliën niet vindt.
                                
Johannes vertelt het verhaal van Jezus die het tempelplein reinigt aan het begin van zijn publieke leven. De drie andere evangeliën daarentegen vertellen dit verhaal pas aan het einde van Jezus zijn leven, vlak voor dat hij zijn laatste dagen in gaat. In dit verhaal reist Jezus naar de stad Jeruzalem en bezoekt daar de tempel. Als Jezus in de tempel komt, ziet hij dat er in de tempel dieren voor de offers worden verkocht en er geld wordt gewisseld.
                                    
Als je een Bijbeltekst leest kun je de vraag stellen: wat valt me op aan
                                    de tekst? Het eerste dat opvalt is dat de tekst die behandelt wordt een
                                    verhaal is. Andere soorten teksten die je in de Bijbel tegen kan komen zijn
                                    poëtische teksten en brieven. Ook valt op dat we een verhaal hebben waarin
                                    Jezus zelf iets doet en daarop een reactie geeft. Dit is opvallend want in de
                                    meeste verhalen zijn het andere die dingen doen waarop Jezus reageert.
                                
Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten.
                                    
 Geldwisselaars wisselden het geld van reizigers naar geschikte
                                        munten zodat ze de tempelbelasting konden betalen.
                                
                                    
 De plek waar dit verhaal zich afspeelt is hoogstwaarschijnlijk in het
                                        Voorhof van de heidenen. Dit was een groot plein waar ook niet-joden
                                        welkom waren. De markt bevond zich waarschijnlijk in een hoek van dit plein.
                                
Opdracht 4
Jezus reisde aan het begin van het verhaal naar Jeruzalem. Waarom ging Jezus naar Jeruzalem volgens de tekst?
A. Om een vriend te bezoeken
B. Om te prediken in Jeruzalem
C. Om Pesach te vieren
D. Om runderen, schapen en duiven te kopen
Als je een Bijbeltekst leest is het goed om te kijken wat voor of na deze tekst staat. In het verhaal dat in het Johannesevangelie aan de reiniging van de tempel voorafgaat, veranderde Jezus op een bruiloft water in wijn. Deze bruiloft vond plaats in Cana , een plaats in het gebied Galilea waar Jezus opgroeide. Na de bruiloft ging Jezus naar Kafarnaüm en vertrok enkele dagen later het Pesachfeest er aan kwam naar Jeruzalem. Daar aangekomen ging Jezus dus naar de tempel toe en trof daar handelaren en geldwisselaars aan.
Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’
Opdracht 5
Hoe reageerde Jezus op wat hij in de tempel zag? How zou je zijn reactie omschrijven? Wat vind jij van deze reactie?
In de Bijbeltekst staat niet dat Jezus boos werd. Toch wordt Jezus vaak als boos beschreven wanneer er over dit verhaal wordt gesproken. Hoewel dit er dus niet staat kan de tekst wel zo worden geïnterpreteerd. Er is namelijk een reden voor Jezus om boos te worden, namelijk de aanwezigheid van handelaren en geldwisselaars in de tempel. Het is belangrijk om te kijken wat er in de Bijbel staat. Soms lezen we een tekst en zien we dingen die er eigenlijk niet in staan. Er zijn ook andere manieren om Jezus’ handelen te beschrijven. Jezus zou ook kunnen worden omschreven als verdrietig om de situatie op het tempelplein. Het lezen van een Bijbeltekst om te begrijpen wat er staat heet interpretatie .
Opdracht 6
Welke andere beschrijving dan boos of verdrietig van de reactie kun je bekenken?
Jezus maakt een zweep om handelaren en de geldwisselaars de tempel uit te jagen. Je zou je Jezus dan voor kunnen stellen als iemand die wild rond zich heen slaat met een zweep. Als je dit leest kun je schrikken van wat Jezus doet. In de huidige wereld is het niet voor te stellen dat iemand dit in een tempel zou doen.
                                    
 In de Bijbeltekst staat dat Jezus de tafels van de geldwisselaars
                                    omverwerpt. Jezus heeft ook een zweep in handen. Toch staat er  niet  hoe Jezus precies de handelaren van het tempelen verdrijft. Het is op eerste
                                    oogpunt dus onduidelijk of Jezus fysiek geweld gebruikte tegen mensen en
                                    dieren.
                                
                                    
 Als je dit verhaal vergelijkt met hetzelfde verhaal in de drie andere
                                    evangeliën dan valt op dat ze  niet  over een zweep spreken. Deze
                                    vertellingen komen daarom minder gewelddadig over dan Johannes’
                                    vertelling.
                                
Opdracht 7
Jezus, noemt de tempel het huis van zijn Vader. Naar wie verwijst Jezus? Waarom zou hij dit doen?
                                    
 De leerlingen van Jezus herinneren zich een tekst uit het Oude
                                        Testament. Deze tekst komt uit  Psalm 69  vers 10. In deze psalm
                                        spreekt een persoon die vanwege het volgen van God in een periode van
                                        lijden terecht is gekomen. Hij somt de moeilijkheden die hij doormaakt op
                                        en roept tot God om zijn vijanden te straffen. Deze psalm is na Psalm 110
                                        de meest geciteerde psalm in het Nieuwe Testament.
                                
                                    
 De leerlingen reageren met een Bijbeltekst die iets over Jezus zijn
                                    handelen zegt. De leerlingen willen begrijpen waarom Jezus de
                                    tempelplein leeg maakte.
                                
Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen?’ Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ ‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’
Nadat Jezus de handelaren en geldwisselaars van het tempelplein stuurde, gingen de leiders van Joden naar Jezus toe. Aan Jezus werd de vraag gesteld welke teken bewijst dat hij dit mocht doen. Met het verlangen van een teken willen de leiders weten wat de autoriteit is waarmee Jezus handelde. Jezus moest aantonen dat hij een goede reden had en toestemming had om de handelaren en geldwisselaars uit de tempel te jagen. Jezus reageerde op deze vraag door een uitspraak te doen over de tempel. Hij beweerde dat hij de tempel in drie dagen kan herbouwen als ze die zouden afbreken. Dit is een opvallende reactie, omdat het onmogelijk is dat de aanhoorders de tempel zouden afbreken, zodat Jezus zijn autoriteit kan aantonen.
                                    
 In het evangelie van Johannes verwijst ‘de Joden’ meestal naar de
                                        leiders van de Joden. Dat zijn in dit geval de leiders van de Tempel.
                                
                                    
In de tijd dat Jezus leefde waren er veel mensen die een andere en
                                         hernieuwde tempel  verwachtten. Toch, zullen zelfs de woorden van
                                        Jezus over het afbreken van de tempel beledigend en godslasterlijk voor
                                        hen zijn geweest. De verbouwing van de Tempel begonnen door Herodes
                                        de Grote was tijdens het leven van Jezus nog steeds aan de gang. De bouw
                                        begon in 19 v.Chr. en was pas in 64 n.Chr. klaar.
                                
Opdracht 8
Denk na over wat de reactie van Jezus doet met je. Schrijf een aantal woorden op die bij je opkomen. Wat zeggen deze woorden over het verhaal kijkt?
Het bekende gedeelte van dit verhaal hebben we net behandeld. Jezus heeft het aan het einde van dit gedeelte over het afbreken en heropbouwen van de tempel. Wat heeft dit eigenlijk met het wegsturen van de handelaren en geldwisselaars te maken? Om dit te beantwoorden moet je verder lezen in de Bijbel. Later zou alles namelijk duidelijk worden voor de leerlingen.
Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam. Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had.
Johannes vertelt in de tekst wat Jezus bedoelde met het afbreken en het weer opbouwen van de Tempel. Jezus verwees volgens Johannes met tempel naar zijn eigen lichaam. De tempel in Jeruzalem was een belangrijke plek waar God aanwezig was. Jezus wordt weergeven als een persoon die de tempel verstoorde. Een mogelijke interpretatie is dat hij dit deed om aandacht op de toekomst te vestigen. Johannes liet door de hele scene en de vragen zien dat hij Jezus zag als de nieuwe ware tempel die de oude tempel vervangt. Dit betekent dat de aanwezigheid van God van de oorspronkelijke tempel naar Jezus is verplaatst. Jezus werd een nieuwe weg om dichter bij God te komen, zonder dat rituelen uit de oude tempel nodig zouden zijn. In zijn reactie op de leiders sprak Jezus over zijn eigen dood, omdat Jezus daardoorheen liet zien wie hij echt is. De leerlingen van Jezus begrepen dit uiteindelijk toen Jezus stierf aan het kruis en met Pasen weer opstond.
Opdracht 9
Waarom zou Jezus willen dat het tempelplein geen markt is?
Opdracht 10
Wat zou je aan Jezus willen vragen over dit verhaal?
                                
                                    Afbeelding 2.4.
                                    Depiction of Jesus
                                    Cleansing the Temple
                                    as Stained Glass in the
                                    St. Janskerk in Gouda,
                                    Netherlands.
                                    Bron: Wikimedia
                                    Commons
                                
                                Click on the finish button to complete the course!
2.4 Woordenlijst
In deze woordenlijst vindt u meer informatie en duiding bij bepaalde begrippen.
                                    Ballingschap
                                    
                                    Ballingschap betekent dat een groot deel van het volk werd verplicht om op een andere plaats, ver weg
                                    van de plaats waar ze waren opgegroeid, te gaan wonen. In de Joodse traditie, dit begrip verwijst naar een
                                    periode dat een deel van de Joodse mensen in Babylonië woonden (traditioneel gedateerd van 587 tot 538
                                    v.C.)
                                
                                    Galilea
                                    
                                    Galilea was in de tijd van Jezus een joodse regio in het toenmalige Palestina. Dit gebied was iets kleiner dan
                                    België vandaag. Jezus verbleef het grootste deel van zijn leven in de regio Galilea. 
                                
                                    Heilig
                                    
                                    Heilig is een begrip dat de zuiverheid en de aparte status van God en alles wat bij het goddelijke hoort
                                    aanduidt. Heilig was een belangrijk begrip in het jodendom. Het belangrijkste onderdeel van de tempel werd
                                    ‘Het Heilige genoemd’.
                                
                                    Herodes de Grote 
                                    
                                    Herodes de Grote was een vazalkoning die onder de Romeinen regeerde van het gebeid Judea van 37 voor
                                    Christus tot 4 voor Christus. Herodes de Grote was niet geliefd door het volk. Door in 19 voor Christus een
                                    verbouwing van de tempel te beginnen hoopte hij het volk voor zich te winnen en een nalatenschap achter
                                    te laten.
                                
                                    Interpretatie
                                    
                                    Interpretatie is de handeling en het proces van het uitleggen van de betekenis van iets. Als je de Bijbel leest,
                                    dan vindt interpretatie plaat als je probeert de tekst te begrijpen.
                                
                                    Jeruzalem
                                    
                                    In de tijd van Jezus was Jeruzalem de hoofdstad van Palestina. Jeruzalem had niet alleen een tempel, maar
                                    ook synagogen: hier kwamen de joden naartoe om te bidden. Ook vandaag is Jeruzalem nog steeds een
                                    belangrijke stad voor joden over heel de wereld. 
                                    Jeruzalem is ook een belangrijke stad voor christenen. In Jeruzalem werd Jezus veroordeeld, gekruisigd en
                                    begraven. Christenen geloven ook dat hij hier is verrezen. De apostelen begonnen de verhalen van Jezus te
                                    vertellen in Jeruzalem
                                
                                    Kafarnaüm
                                    
                                    Kafarnaüm was in de oudheid een klein dorp in Galilea. Galilea was een joodse regio in het toenmalige
                                    Palestina (regio in het Midden-Oosten). Volgens het Nieuwe Testament woonde Jezus in Kafarnaüm. 
                                
                                    Midden-Oosten
                                    
                                    Het leven van Jezus heeft zich afgespeeld in de regio van het Midden-Oosten. Daarom vindt het christendom
                                    zijn oorsprong in dit gebied. Met de term ‘Midden-Oosten’ bedoelt men de landen in Zuidwest-Azië en enkele
                                    delen van Noord-Afrika, zoals bijvoorbeeld Iran, Irak, Syrië, Egypte, enzovoort. 
                                
                                    Palestina
                                    
                                    Palestina was in de tijd van Jezus een regio in het Midden-Oosten. Nadat Herodes de Grote vazalkoning
                                    werd van dit gebeid werd het uitgebreid. Daardoor leefde Jezus in Judea, want Bethlehem, Nazareth en
                                    Galilea lagen allemaal in Judea. 
                                
                                    Pesach
                                    
                                   Pesach is een joodsfeest waarmee het einde van de slavernij in en uittocht uit Egypte wordt herdacht. Het
                                    is dus een feest dat de bevrijding van het joodse volk uit slavernij herdenkt. Het wordt op de 14e dag van de
                                    eerste maand van het Joodse kalender gevierd en duurt zeven of acht dagen.
                                
                                    Tempel van Jeruzalem
                                    
                                    Toen Jezus leefde vormde de tempel van Jeruzalem het hart van het jodendom: alle vrome joden kwamen
                                    hier bidden en offeren. Enkel joden mochten de tempel betreden. Ook Jezus kwam hier regelmatig. De
                                    tempel was vroeger het belangrijkste gebouw van Jeruzalem. Jeruzalem was de hoofdstad/het centrum
                                    van Palestina. 
                                    In 70 na Christus verwoestten de Romeinen deze tempel. Van de tempel bleef er slechts één muur over:
                                    de westelijke. Deze muur/plaats is nu gekend als de Klaagmuur. Jeruzalem is niet alleen een belangrijke
                                    stad voor joden en christenen, maar ook voor moslims. Volgens hun traditie is de profeet Mohammed in
                                    Jeruzalem ten hemel opgevaren. 
                                
                                    Tweede tempel
                                    
                                    De tweede tempel is de naam voor de Tempel van Jeruzalem die werd gebouwd aan het einde van de
                                    Ballingschap. Deze werd van 19 voor Christus tot ongeveer 64 na Christus continu verbouwd.
                                
Bibliografie
                                      De wereld van de Bijbel 
                                    Caldecott, W. Shaw and James Orr. 1915. ‘Temple’. In The International Standard Bible
                                    Encyclopaedia ed. By James Orr et al., 2937-39. Chicago: The Howard-Severance Company.
                                    Christipedia. 2017. “Herodes de Grote.” Last modified September 27, 2017, 21:44. https://
                                    christipedia.miraheze.org/w/index.php?title=Herodes_de_Grote&oldid=10289.
                                    Christipedia. 2018. “Tempel.” Last modified August 2018, 18, 06:55. https://christipedia.miraheze.
                                    org/w/index.php?title=Tempel&oldid=15793.
                                    Christipedia. 2020. “Tempel van Herodes.” Last modified February 20, 2020, 07:04. https://
                                    christipedia.miraheze.org/w/index.php?title=Tempel_van_Herodes&oldid=22404.
                                    Dosker, Henry E. 1915. ‘Herod’. In The International Standard Bible Encyclopaedia, ed.by James
                                    Orr et al., Chicago: The Howard-Severance Company. 1379-80.
                                    Earle, Ralph.1966. “The Gospel according to St. Matthew,” in Matthew-Acts, vol. 4, The Wesleyan
                                    Bible Commentary. Grand Rapids, MI: William B. Eerdmans Publishing Company. 35, 40, 52.
                                    Hauser, Alan J. and Earl Kellett. 2016. ‘Herod’s Temple’. In The Lexham Bible Dictionary, ed. by
                                    John D. Barry et al. Bellingham, WA: Lexham Press.
                                    Masterman, E. W. G. 1915. ‘Judaea’. In The International Standard Bible Encyclopaedia ed. James
                                    Orr et al., Chicago: The Howard-Severance Company. 1757
                                    Shepherd, C.E. 2016. ‘Jerusalem’. In The Lexham Bible Dictionary, ed. by John D. Barry et al.
                                    Bellingham, WA: Lexham Press.
                                    Warrior, Marten. 2016. “Exile, Babylonian.’ In The Lexham Bible Dictionary ed. by John D. Barry, et al. Bellingham, WA: Lexham Press.
                                     Herkomst afbeeldingen  
                                    2.2 Map of Palestine is an adapted version of: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:First_
                                    century_Iudaea_province.gif, released under CC BY-SA 2.5 
                                    2.3 Photo of the model of the Temple of Herod is from Wikipedia Commons and is in public
                                    domain. 
                                     De wereld van het verhaal
                                    Ådna, Jostein. 2013. ‘Temple Act’. In Dictionary of Jesus and the Gospels, edited by Joel B. Green,
                                    Second Edition, 947-52. IVP Bible Dictionary. Downers Grove, Illinois: IVP Academic.
                                    Beasley-Murray, George. 1999. John, vol. 36, Word Biblical Commentary. Dallas: Word,
                                    Incorporated. 37-42.
                                    Bernard, J. H. 1929. A critical and exegetical commentary on the Gospel according to St. John,
                                    red. 
                                    Alan Hugh McNeile, International Critical Commentary. New York: C. Scribner’ Sons. 86.
                                    Earle, Ralph.1966. “The Gospel according to St. Matthew,” in Matthew-Acts, vol. 4, The Wesleyan
                                    Bible Commentary. Grand Rapids, MI: William B. Eerdmans Publishing Company, 35, 40, 52.
                                    Keener, Craig. 1993. The IVP Bible background commentary: New Testament. Downers Grove, IL:
                                    InterVarsity Press. Joh 2:18-20.